Bietenpulp is een HOT topic de laatste maanden. Misschien dat het je niet is opgevallen, want er zijn zoveel HOT topics op voedingsgebied de laatste tijd. Maar vandaag duik ik dieper in op bietenpulp. Want ohmy wat krijgen we dagelijks veel vragen over dit product in onze mailbox.
Niet zo lang geleden heeft Tessa van Horse&Feel een monster stuk over bietenpulp geschreven. Ik zat te jubelen op mijn stoel toen ik het las! Echt een top stuk, boordevol goede informatie wat wetenschappelijk onderbouwd is. Dit geeft echt een goede weerslag waarom bietenpulp niet echt handige voeding is voor het gemiddelde, gezonde paard.
Lees het stuk hier:
https://horseandfeel.nl/wp-content/uploads/2019/10/Monsterartikel-Bietenpulp.pdf
Maar Jantine, wat zeg je nou? Geen bietenpulp voeren aan mijn paard…waarom verkoop je het dan?
Oh fijn dat je het vraagt! Daar is maar 1 reden voor. Ik verkoop het aan de enige echte uitzondering op de “nee geen bietenpulp voeren aan paarden” regel. Het senior paard.
Ik heb er al eerder over vertelt. Senior paarden vallen niet meer in de categorie “voer ze zo natuurlijk en sober mogelijk”. (Let op, met sober bedoel ik niet eenzijdig qua diversiteit, diversiteit is altijd belangrijk.)
Ze vallen in hun eigen categorie “voer ze zo, zodat ze fit en blij blijven voor zo lang als mogelijk”. Dat betekent dat je ze, naarmate de leeftijd vordert steeds een beetje meer mag pamperen, al moet je altijd blijven zoeken naar de balans tussen sober en pamperen. Te veel pamperen maakt zwak. Te veel soberheid vergt meer dan nodig van het lichaam. Beide hebben effect op hoe gezond, blij en fit je paard oud wordt als hij al een senior is.
In de natuur worden paarden gemiddeld niet zo oud als in de gedomesticeerde wereld. Vanaf een jaar of 16 krijgt het wilde paard het al een stuk lastiger en meestal halen ze de 20 niet.
Onze paarden kunnen prima 25 worden maar dan mag je tegen die tijd echt wel een dekentje op doen, ze ‘s nachts op stal zetten op strenge winterdagen of dus de voeding aanpassen naar wat makkelijkere verteerbare voeding.
De pectines uit bietenpulp zijn makkelijk om te zetten en in de praktijk blijkt gewoon dat je de gemiddelde senior adequaat voert met pulp, als hooi verteren moeilijk wordt. Begrijp me dus goed. Bietenpulp is ook niet standaard voor elke senior. Het is voor de senior die moeite heeft met op gewicht te blijven.
Pas dan geef je, als laatste strohalm, bietenpulp. En zelfs dan probeer je zoveel mogelijk met grasbrok te blijven voeren. Want het streven is om altijd zoveel mogelijk cellulose verterende darmbacteriën te voeden i.p.v. andere soorten. Want dat is de basis van de flora (voor meer info hierover, zie blog over probiotica).
En uiteraard is onze bietenpulp biologisch, dus het gedoe met glyfosaat heb je bij ons niet.
Kortom voor volwassen paarden is het onhandige voeding, voor senioren een welkome aanvulling. En in the end is mijn mening, liever een jaartje minder geleefd, maar wel tot op het eind energie en plezier.
Maar Jantine, ik lees OVERAL op internet dat bietenpulp juist gezond is voor de darm en functioneert als een prebiotica.
Zelfs de dierenarts zegt het en andere “voedingsdeskundige” of voedermerken ook… Er zou enkel azijnzuur en galacturonzuur worden geproduceerd door de bacteriën en die maken het milieu niet zuurder, eerder gezonder. Daarbij zijn er studies die laten zien dat paarden zonder problemen op pulp kunnen leven.
Klopt, er wordt een hoop geschreven en gezegd. En zoals je van mij gewend bent, ben ik weer die afwijker… Want omdat het vaak gezegd wordt, maakt het het nog niet waar. Bovendien refereren ze vaak naar dezelfde studies. Dat maakt het ook niet direct betrouwbaar. Lees maar mee:
In essentie gaat het over hoe pectines worden afgebroken in het dikkedarmgedeelte. Om te snappen of dit proces bijdraagt aan de gezondheid of er juist afbreuk aan doet, moet je dus dieper de chemie in gaan. Welke stofjes worden er door wie geproduceerd en heeft het paard er iets aan?
Dit zeggen de studies over wie er betrokken zijn bij de afbraak:
Pectines worden door zowel protozoa, bacteriën en schimmels met name in de blinde darm afgebroken (kortom, er komt maar weinig de dikke darm in), omdat ze relatief makkelijk afgebroken kunnen worden [1].
Protozoa in het bijzonder Cycloposthium spp en Blepharocorys spp, zijn bij deze processen betrokken. [2]
Bacteriële flora is op verschillende manieren betrokken bij de afbraakprocessen: De pectinemoleculen worden door sommige soorten gehydrolyseerd (= in kleinere moleculen gebroken). Dat resulteert in kleinere metabolieten. Deze worden vervolgens gebruikt door andere micro-organismen. Dus in jip-en-janneketaal: er komt een stofje binnen en dat wordt gesplitst in nieuwe stofjes.
Anderzijds worden de kleinere metabolieten dan nog weer verder afgebroken in nog kleinere metabolieten. Uiteindelijk worden ook deze weer gebruikt door allerlei micro-organismen. M.a.w. bacteriën helpen bij afbreken van de stofjes die eerder al gesplitst waren.
Je hebt dus altijd beide: de afbraak van de pectine zelf en het verdere gebruik van de resulterende fragmenten [2].
Onder andere de bij paarden gedetecteerde bacteriën die dienst doen bij de afbraak van pectine: Butyrovibrio fibrisolvens, Bacteroides ruminicola, Ruminococcus flavefaciens, Ruminococcus albus en Fibrobacter succinogenes [3].
Schimmels helpen ook mee in het afbraakproces [4].
Dus in totaliteit moet worden uitgegaan van afbraak door bacteriën, protozoa en schimmels en een invloed op hun populatie door verhoogde substraatbeschikbaarheid. [5]
Wat we weten over bacteriën en de afbraak
De productie van het eerder genoemde azijnzuur is bij paarden niet zo groot. Ook daar is studie naar gedaan. Ze hebben de hoeveelheid aziijnzuur die geproduceerd werd vergeleken met andere diersoorten (honden, katten, varkens en mensen). Men wilde weten hoeveel acetaat (azijnzuur), propionaat, butyraat, lactaat (melkzuur) en korte-keten vetzuur er werd geproduceerd per diersoort.
De grootste productie azijnzuur ontstond bij katten. Bij paarden was dat veel lager en de lactaatproductie was juist het hoogst bij paarden [6].
Wat we weten over protozoa en schimmels
Helaas weten we minder hierover dan we weten van wat bacteriën doen, maar er is wel een klein beetje info.
De eerder genoemde protozoa zijn in staat de celwand van pectines af te breken (evenals van cellulose en hemicellulose). Het lijkt erop dat wanneer we deze protozoa uit de darm wegnemen, schimmels en bacteriën hun taak overnemen. [7]
Volgens GEYER en DREPPER (1973) ligt het nutritioneel-fysiologische belang van protozoa meer in hun hoge mobiliteit en de daarmee samenhangende vermenging van de voedselpulp dan in de afbraak van koolhydraten. [8]
De essentie, de verzuring van de darm
In het proefschrift van TiHo Hannover 2004 werd aangetoond dat pectines leiden tot verzuring van de dikke darm: Een daling van de pH-waarde kon worden waargenomen na het voeren van aardpeer en gedroogde bietenpulp. [8]
Ook kunnen pectines de bron zijn van gas in de dikke darm. De sterkst waargenomen gasproductie was met aardpeer, gevolgd door bietenpulp.
Ongeveer het zelfde toonde ook een ander onderzoek aan waarbij ze sojaboon hullen (hier zit ook pectine in) gebruikten. [9] De PH-waarde daalde naarmate de hoeveelheid sojaboonhullen toenamen in het dieet (van 7.00 naar 6,45).
We hebben het nog niet gehad over galacturonzuur. Eerder noemde ze dat ook als positief stofje dat geproduceerd zou worden. Echter wordt dit zuur wordt het verteringsproces al afgebroken en doet dus niet zo gek veel positiefs voor het paard.
Oke, een hele hoop wetenschappelijke taal verder, de kernboodschap is dus. Pectines verzuren. Dus als basisvoeding zijn ze (in grote mate) ongeschikt.
Ugh, dit was mijn bijdrage aan dit thema. Hopelijk heb je nu voldoende munitie om je te weren tegen mensen die volhouden dat bietenpulp zo super gezond is…
Bronnen
[1] HOFFMAN et al. (2001)[2] BONHOMME-FLORENTIN (1988)[3] GIESECKE en HENDERICKX (1973)[4] ORPIN (1981)[5] Anne Katrin Mößeler, proefschrift TiHo Hannover (2004)[6] https://academic.oup.com/jas/article-abstract/73/12/3639/4730218?redirectedFrom=fulltext[7] MOORE en DEHORITY (1993) & BONHOMME-FLORENTIN (1988); FONTY en GOUET (1989)[8] MS Plumhoff, proefschrift TiHo Hannover (2004) https://elib.tiho-hannover.de/servlets/MCRFileNodeServlet/etd_derivate_00002365/plumhoffm_ws04.pdfOok vindt je in deze publicatie veel referenties over de afbraak van plantenvezels in de dikke darm.
[9] https://doi.org/10.2527/2004.8261663x-
Bio-Ron | Bio Bokashi DroogVanaf € 32,50 incl. btw
-
Bio-Ron | Bio BokashiVanaf € 17,25 incl. btw