Je wilt je paard graag eens verwennen met wat lekkers. Maar hoe doe je dat nou verantwoord? In deze blog lees je alles over het voeren van groenten en fruit. Lees dus snel verder om erachter te komen waarmee jij jouw geliefde viervoeter kan verwennen!
Diversiteit is op zichzelf heel divers in te vullen. We hebben het meestal over allerhande plantjes die geschikt zijn voor paarden en daarvan de steeltjes, bloemetjes, blaadjes, takjes en wortels.
Maar met groenten en fruit kan je ook variëren. Het advies is wel om met hele kleine hoeveelheden te beginnen (zeker de groente) en het ook niet dagelijks te geven.
Zowel groente als fruit bevatten ook pectine en dat is in zekere mate niet handig om in veelvoud te voeren het jaar rond. Aan de andere kant zitten er ook heel veel waardevolle stofjes in groente en fruit, dus helemaal weglaten is zonde wat mij betreft.
De dosering hangt af van de gezondheid en het microbioom van het paard. Een paard wat zo fit als een hoentje is en een goede darmgezondheid heeft kan je wat makkelijker groente voeren, dan eentje die stofwisseling verstoringen heeft. Met andere woorden, stem wat je voert uit onderstaande tips goed af op de gesteldheid van je paard.
Groente
Begin altijd met een klein stukje (1 x 1 cm) van een nieuwe groente en check de reactie van je paard. Als het goed gaat, dan kan je het langzaam opbouwen naar de hoeveelheid die jij zelf (als mens) in één portie zou eten van de desbetreffende groente.
Niet alle groente en fruit kunnen gevoerd worden, dus kies niet voor andere dan die hier genoemd worden. En neem bij voorkeur biologische en onbewerkte groente en fruit.
Om mee te starten: bietjes, bleekselderij, courgette, komkommer, pastinaak, sla, venkel en wortel.
Daarna: artisjok, andijvie (niet bij dunne mest), broccoli, pompoen (geen sier pompoen), spinazie en witlof.
Sommige groentes zijn specifiek interessant vanwege de bitterstoffen, dat zijn: broccoli, rode bietjes, komkommer, artisjok, pompoen, sla en witlof. En dan zijn er nog meer, maar die mag je alleen in zeer kleine hoeveelheden (1×1 cm) voeren, geef deze ook alleen aan gezonde paarden: bloemkool, boerenkool en spruitjes.
Fruit
Fruit kan je plukken en met de seizoenen mee voeren, dus dat wat er is kan je direct voeren. Maar het meeste fruit kan je ook goed drogen, dus ook gedroogde soorten mag je voeren. Maar let op, voer er dan net zoveel van als verse vruchten, ook al is het volume van een gedroogde vrucht kleiner, er zit nog steeds veel suiker in!
De dosering die je in acht mag houden is de hoeveel die je een kind van het desbetreffende fruit zou geven. Wissel de fruitsoorten ook vaak af.
Uit deze kan je kiezen: aardbeien, appel, blauwe bessen, bosbessen, bramen, frambozen, peer, rozenbottels en zwarte bes.
Let met hoefbevangenheid, insuline resistentie, EMS, PPID en PSSM op. Deze paarden moeten zo min mogelijk suiker binnen krijgen. In fruit zit ook suiker, maar er zijn wel een paar uitzonderingen die minder suiker bevatten, namelijk de zwarte en blauwe bessen, rozenbottels, frambozen en bramen. Voer ze geen handen vol maar alleen enkele stuks en niet elke dag.
Verse kruiden
Toch nog even een klein uitstapje naar kruiden, ik kan het niet laten…
Er zijn enkele kruiden die je ook kan voeren omdat ze bittere stoffen bevatten.
Bij uitstek is het toevoegen van deze kruiden in verse vorm het beste voor dit doeleind, maar gedroogd kan in principe ook. Hou 1 vers takje per dag aan. Van de gedroogde variant kan je 5 gr per dag gebruiken.
Kruiden: rozemarijn, tijm, basilicum, paardenbloem, mariadistel, kamille en munt.
Wissel regelmatig af en voer maximaal 6 weken aaneengesloten.
Een leuke tip is om de kruiden te plukken en te verstoppen of ergens neer te leggen in de huisvesting. En uiteraard kan dit met alle groenten en fruit ook! Op deze manier kan je paard soms “per ongelijk” iets lekkers vinden of er actief naar op zoek gaan. Zo daag je je paard uit om regelmatig zijn hele leefomgeving af te speuren naar nieuw lekkers!
Veel plezier met het voeren!