Je hebt het vast wel eens gehoord, paarden die beslist geen granen meer mogen eten omdat de eigenaar er van overtuigd is dat hun paard er ziek van wordt. Ik ben zelf ook zo’n eigenaar en heb zelf ook zo’n paard. Haar darmen zijn chronisch ziek (na aanleiding van lange tijd laaggradig ontstekingen door verschillende oorzaken) en zou ik haar op dagelijkse basis graan voeren, dan verslechterd haar darmwerking nog verder. Voor Paddy zijn granen dus uitgesloten.
Ik zou haar kunnen aandragen als “zie je wel, paarden kunnen geen granen verdragen.”
Maar: één zwaluw maakt nog geen zomer.
Toch is het wel de tendens die ik zie. Mensen die gehoord hebben dat granen niet gezond zijn of een paard hebben dat er slecht op reageert, geloven vervolgens dat alle granen ongezond zijn voor elk paard.
(Dit fenomeen zie je trouwens ook bij voeding voor mensen de laatste jaren.)
De markt speelt er slim op in. Er zijn de laatste tijd enorm veel graanvrije voeders ontwikkeld. Ofschoon ik daar heel blij mee ben, wordt er bij de marketing van deze producten vaak angst voor graan aangewakkerd.
Maar is het wel zo noodzakelijk om angst te hebben voor granen?
Zijn we niet, net zoals enkele jaren geleden, met de angst voor eiwitten, een beetje aan het doorslaan? Want voor het zelfde geld gooien we het kind met het badwater weg…
Kortom, wat is verstandig? Wel of geen granen voeren aan paarden?
(Spoiler alert, het is een lang stuk geworden omdat ik zo compleet en genuanceerd mogelijk wil zijn, ga er even voor zitten, investering: 20 min leestijd.)
Graan – zetmeel / koolhydraat – suiker
Een lichaam heeft voedingsstoffen; brandstoffen en bouwstoffen nodig. Deze zijn grof onder te verdelen in eiwitten (aminozuren), vetten, suikers, vitamine en mineralen. Alle voedingsstoffen spelen een rol en zijn essentieel voor de gezondheid en het prestatie vermogen van het lichaam.
De granen vallen met name onder het kopje suiker. Graan bestaat namelijk voor een groot gedeelte uit zetmeel en zetmeel is een complex koolhydraat. Een complex koolhydraat is eigenlijk een lange keten van suiker moleculen (ook sacharide genoemd).
Er zijn ook kortere ketens, de kortste is de monosacharide met maar 1 suiker molecuul. Deze noemen we glucose en kan in voeding verwerkt worden onder de noemer dextrose.
Het lichaam kan intern niets met de langere ketens, daarom heeft het enzymen die de langere ketens “opknippen” in kortere stukjes. Dit vindt vooral plaatst in de dunne darm. Hier worden de ketens opgeknipt in glucose (monosacharide) en door de darm wand heen getransporteerd en in het bloed opgenomen.
Als de glucose in het bloed terecht is gekomen noemen we het bloedsuiker. In het bloed word de bloedsuiker getransporteerd naar weefsels zoals bijvoorbeeld spieren. Daar kan het gebruikt worden in de verbranding zodat er energie ontstaat.
Aan dit verhaal zitten 2 belangrijke elementen waar we op moeten inzoomen. Het effect van de suiker maar ook de inpakt van de verwerking van het zetmeel in de darm.
Eerst de (extra toegevoegde) suiker:
Voeders die lange tijd de markt hebben gedomineerd hebben jaren vrij spel gehad met het toevoegen van allerlei soorten suikers aan muesli, brok en supplementen. En nog steeds zie je het heel veel gebeuren. Melasse word het meest gebruikt en maar als je op verpakkingen kijkt zie je talloze, soms moeilijk herkenbare, vormen van suiker.
Dit doen ze om de opname van het voer te verbeteren. Net als mensen hebben paarden een instinctieve voorkeur voor suiker. Het oerbrein is geprogrammeerd voor het verorberen van zoveel mogelijk suiker, want dat geeft snel en veel energie. En veel energie geeft een grotere kans op overleving. In het wild zijn deze suikerbronnen schaars, dus het brein zegt “pak wat je pakken kan.”
Er zit nauwelijks een rem op de hoeveelheid suiker die een paard zou kunnen/willen eten. En ga je het op een dagelijkse basis meer (geraffineerde) suiker aanbieden, dan is dat ongezond voor het lijf. Maar helaas is er geen mechaniek in het lijf wat zegt, “goh nu is de hoeveelheid suiker me aan het ziek maken, laat ik stoppen met eten.”
Toen bij de voedselindustrie deze “fout” in de hersenen duidelijk werd, gingen ze overal suiker aan toevoegen. Dit fenomeen is toendertijd ook overgeslagen naar voeding voor paarden. Het heeft niets met gezondheid van doen. Het enige doel van de industrie is verkoop.
Inmiddels zijn er diverse voeders zonder suiker en/of zonder granen op de markt. Hierbij zie je dus ook dat sommige paarden het voer van de ene op andere dag niet meer eet. Dat is heel normaal gedrag. Een paard heeft net als wij mensen smaak en kan beslissen iets niet lekker te vinden.
Wat is de invloed van suiker op het lichaam?
De hoeveelheid glucose in het bloed bepaald de bloedsuikerspiegel. De bloedsuikerspiegel kan schommelen en heeft bepaalde onder- en bovenwaarden. Het is het beste voor het lichaam om deze grenzen niet te overschrijden en om zo min mogelijk te fluctueren.
Na het eten van koolhydraten/suiker begint het gehalte bloedsuiker in het bloed te stijgen en dat is voor de alvleesklier een teken om het hormoon insuline aan te maken. De insuline zorgt er voor dat de glucose die niet direct word gebruikt in verbranding wordt omgezet in glycogeen en word opgenomen in de cellen. En zo komt een paard aan zijn vetweefsel/ lichaamsvet. Zodra de bloedsuiker weer gedaald is stopt de insuline aanmaak.
Andersom kan ook. Mocht er op een gegeven moment een te laag bloedsuikerspiegel ontstaan, dan gaat de alvleesklier het hormoon glucagon aanmaken. Dit zorg er voor dat de opgeslagen glycogeen word afgebroken en aan het bloed word afgegeven en gebruikt kan worden voor verbranding.
Samenvattend heeft het lichaam dus een ingenieus mechaniek om zichzelf zoveel mogelijk in balans te houden. Maar als het lichaam keer op keer (te veel) glucose moet verwerken, kan dit het hele systeem ontregelen en kan er insuline resistentie, leververvetting of schade aan de nieren ontstaan. Ook kan de alvleesklier overbelast raken omdat het te vaak/te veel hormonen en enzymen moet produceren.
In het wild werd dit mechaniek niet vaak tot extreme schommelingen gebracht. Wellicht een enkele keer in de zomer als de kudde het geluk had een boom vol appels te vinden. Maar nu, in de huidige tijd, is het eigenlijk voor heel veel paarden eeuwig zomer. Soms hoor ik dat paarden 4 a 5 scheppen muesli of brok per dag krijgen (vaak met de wanhoopskreet van de eigenaar “en hij komt nog steeds niet aan!” er achteraan.) Het hele lijf raakt ontregeld, op meerdere gebieden, door dit mega aanbod aan granen/suiker.
In je voerbeleid moet je rekening houden wanneer, welke en hoeveel suikers er worden aangeboden op een dag. Dit kunnen geraffineerde suikers zijn, maar het kan ook in de vorm van granen zijn die later worden omgezet in bloedsuiker. Hierbij moet je ook de suikers uit hooi en gras (fructaan) mee wegen.
Een hulpje hiervoor kan de glycemische index zijn. Dit is een maat die aangeeft hoe snel koolhydraten worden omgezet naar glucose (monosacharide). Je kan je voorstellen dat langere ketens meer tijd kosten dan korte ketens. Kort gezegd, hoe langer het duurt, hoe minder piekbelasting er is voor de bloedsuikerspiegel.
De index kan nogal verrassend zijn. Zo kan een fruitsoort (wat meestal vrij zoet smaakt) een lagere last hebben dan een groente soort die niet zoet smaakt. Op internet kan je op diverse sites info vinden hierover.
De nuance is (super) belangrijk bij dit onderwerp. De basisregel voor gezondheid is gelijkmatigheid. Het is belangrijk dat de suikerspiegel in het bloed zo min mogelijk fluctueert. Maar het is per lichaam en prestatie niveau anders wat gezond is om binnen te krijgen.
Hoe minder een paard fysiek uitgedaagd word, hoe belangrijker het is dat er relatief weinig suikers aangeboden worden. Maar levert jou paard veel meer arbeid, dan kan het lichaam ook veel meer suikers verbruiken. Sterker nog, in meer of mindere mate is het essentieel om suikers (geen geraffineerde, maar bevoordeeld graan of suikerrijker hooi) te gaan voeren om top prestaties te kunnen neerzetten. De hoeveelheden en welke soort suiker moeten uiteraard altijd naar behoefte worden afgestemd. Te veel is nooit goed!
Ten tweede – het zetmeel:
Bovenstaand is meer een algemeen verhaal over suiker. Zetmeel (bestaande uit complexe koolhydraten) is het grootste bestanddeel van graan en word uit eindelijk als suiker in het lichaam opgenomen. Door de terechte toename van scepsis over (geraffineerde) suiker is ook zetmeel naar het verdachte hoekje geschoven.
Maar het is ook belangrijk om de verwerking van zetmeel in de darm te bekijken.
TE VEEL zetmeel inname in een keer geeft namelijk een probleem. Een heel letterlijk fysiologisch probleem. Namelijk; het lijf is maar in staat om maar bepaalde hoeveelheden aan zetmeel te verwerken. Het kan niet meer dan een bepaalde hoeveelheid enzymen aanmaken die het zetmeel in de dunne darm verwerken (opknippen). Als je te veel granen/zetmeel voert, dan kan het dus zijn dat een gedeelte niet verteerd wordt, gewoonweg omdat er te weinig “manpower” is in het lijf.
En dat geeft verderop in de dikke darm problemen. Hier kan het zetmeel niet meer verteerd worden en dat zorgt voor een stijging (zuurder worden) van de PH in de darm. Met als gevolg dat er bacteriën of koloniën bacteriën afsterven. Het afsterven zorgt voor toxines (gifstoffen) en in sommige gevallen kan een paard daar goed ziek van worden.
De verzuring (zeker i.c.m. verstoorde vetzuurbalans, stress, gifstoffen en voordroog/kuil) zorgt er ook voor dat het paard moeite krijgt met de vertering van de voeding in de dikke darm. Dat komt omdat er laaggradige ontstekingen ontstaan. Het zijn eigenlijk milde ontstekingen en ze zijn moeilijk aantoonbaar in het bloed. De laaggradige ontstekingen zorgen er voor dat het immuunsysteem continu een beetje geactiveerd word. Hierdoor word de darmwand verhoogd doorlaatbaar en hebben allerlei stoffen die normaal niet het bloed komen, toch de kans om door te dringen.
Krijgt het paard eenmalig of enkele keren teveel zetmeel binnen, dan is dat helemaal niet zo erg. Een gezond lijf kan heel goed herstellen. Dus maak je geen zorgen als je af en toe je paard trakteert op een koekje of een beetje muesli.
Het gaat echt om de dagelijkse voeding, die systematisch niet passend is bij het lichaam en de arbeid. Dit kan een te veel aan zetmeel zijn, maar ook slecht ruwvoer (lees: met name voordroog/kuil) is hierbij een hele grote factor. Als de laaggradige ontstekingen chronisch worden en langzaam steeds meer klachten gaan veroorzaken, is het belangrijk om gezondere voedingskeuzes te gaan maken. In mijn optiek is de disbalans in de darm de grootste ziekte veroorzaker op dit moment.
Terug naar het oerpaard. Wat verteld de geschiedenis?
Alle graansoorten zijn de zaden van gewassen uit de grassen familie. Dat betekend dat, aangezien het paard voornamelijk grassen eet (zie artikel zelfmedicatie), ze ongetwijfeld in bepaalde seizoenen ook in de oertijd al in meer of mindere maten in aanraking zijn geweest met allerlei soorten (oer)granen.
Wat je hedendaags ziet, is als paarden op een weiland staan waar grassoorten in bloei staan ze heel selectief de topjes van de grassen (daar waar de zaadkorrel zit) eten. Ik ga er van uit dat ze op de oer steppen dit gedrag ook al vertoonde en op deze manier granen aten.
Uiteraard kunnen we dit alleen maar beredeneren want er is geen bewijsmateriaal over de voeding van paarden in de oertijd. Het enige wat we wel weten is dat de mens als jager-verzamelaar granen verzamelde en tussen de 12.000 en 5.000 v.Chr. ook langzaam gewassen gingen verbouwen. Pas later, n.Ch., is er meer duidelijkheid dat er daadwerkelijk granen gevoerd werden aan paarden.
Wat zegt het DNA
Nog een interessante gegeven. Bart van Wanrooy heeft www.mijnlabtest.nl opgezet. Daar word er naar het DNA gekeken en kunnen ze zien in het DNA of mensen juist baat hebben bij het eten van granen of juist niet. Het blijkt dus niet voor elk individu genetisch hetzelfde bepaald zijn. Uiteraard is dit gericht op mensen, maar met mijn boerenverstand kan ik niet anders concluderen dat het voor paarden ook zo werkt. Er zijn paarden die super prestaties kunnen leveren op ruwvoer, extra eiwitten en vetten. Maar er zijn ook paarden die daar helemaal niet voldoende energie uit halen en dat extra graan nodig hebben.
Hoe is graan opgebouwd?
Een graan is eigenlijk een heel klein en sterk pakketje van super geconcentreerde voedingsstoffen. Dat is nodig, want er moet een heel nieuw plantje uit ontstaan. Er zit dus heel veel kracht in een korreltje.
Weetje: Onderzoekers hebben zaden van duizenden jaren geleden geplant (bijvoorbeeld zaden uit piramides van Egypte) en daar kwamen levende en gezonden planten uit voort.
Het graan zaadje is opgebouwd uit de kiem, de meelkern, de zemel (het vliesje) en daaromheen zit het kaf. Mensen eten het kaf niet, maar paarden kunnen dat wel. De meelkern bestaat met name uit zetmeel. Er zitten ook vitamine en mineralen in het zaadje, met name verschillende vitamine B en E, maar ook mineralen als calcium, ijzer, fosfor, magnesium en zink.
Er zitten ook zogenoemde anti-nutriënten in graan. Fytinezuur zit in het kaf en voorkomt vroegtijdige ontkieming. De stof bindt een aantal mineralen (met name calcium, ijzer, zink) waardoor deze minder goed worden opgenomen in het lichaam. Echter blijkt uit onderzoek bij mensen dat het binnenkrijgen van fytinezuur, bij een gezond dieet, niet tot tekorten van de eerder genoemde mineralen leidt.
Staar jezelf niet blind op het feit dat er anti-nutriënten in zitten. Zoals Paracelsus het zei “de dosis maakt het vergif”. We zijn geneigd heel zwart wit te kijken naar voeding, ofwel het beland op de “gezonde” stapel, of wel op de “ongezonde”. Echter als je weet dat zelfs water giftig kan zijn bij overschot, terwijl water essentieel is het lichaam, kan je misschien snappen welke nuance ik wil maken.
Bekijk fytinezuur dus in het juiste perspectief en overdrijf de effecten er van niet. Het is gemakkelijk deze stof aan te dragen als “nadelig” voor het lichaam en zou er een overschot zijn is dat zeker waar. Maar het gaat om het totaalbeeld (en de inname hoeveelheid) en dan blijkt dat deze stof, wel met mate, zelfs positieve eigenschappen heeft voor het lichaam. Het bindt namelijk toxische stoffen en kan fungeren als antioxidant.
Wat voegt graan in het dieet toe?
Als graan in kaf (op de juiste wijze verbouwd) aan het dieet word toegevoegd kan dat voor sommige paarden zoals eerder gezegd een goede energie leverancier zijn. Maar het voeren van granen draagt ook bij aan de diversiteit in de voeding.
Dat is heel belangrijk, want paarden hebben hedendaags nog maar weinig variatie in de voeding. Het grasland en het hooi bestaat nog maar uit enkele gras soorten. Andere planten soorten, boomschorsen en zaden worden niet meer standaard aangeboden. (Meer lezen waarom gevarieerde voeding zo belangrijk is doe je in ons e-book of deze post.)
Voer naar behoefte en levensstijl van je paard. Een handje graan per dag kan voor recreatiepaard wat gewoon gezond is een smakelijke en gezonde toevoeging zijn.
De Bio-Ron biologische granen, zijn niet te vergelijken met normale (meng)voeders waar graan in verwerkt zit. Granen uit gangbare voeding zijn vaak bewerkt, (gepoft, geplet, getoast, ect) onder de noemer “dan zijn ze beter verteerbaar”. Maar juist deze bewerking haalt de levenskracht er uit. Je breekt immers het kaf, die er is om het graan te beschermen tegen invloeden van buitenaf. In fotonen onderzoek (te lezen in dit boek) is er gekeken naar het effect van bewerken van voeding en hier uit is gebleken dat het belangrijk is dat er zo min mogelijk bewerkingen plaats moeten vinden om de vitaliteit te behouden. Daarnaast klopt het niet bij de vertering van het paard, de spijsvertering is gemaakt voor de vertering van granen in kaf, zoals ze het ook in de natuur zouden vinden.
Tevens zijn conventionele granen vaak verbouwd op arme landbouw grond, welke ook nog eens sterk bespoten is met pesticide. Hierdoor bevat het gifstoffen en weinig voedingswaarde.
Last but not least, de meeste granen zijn enorm door veredeld (voor snellere groei, minder ziekte bevattelijkheid etc) waardoor ze zijn veranderd van inhoudsstoffen (te lezen in dit onderzoek). Oude oerrassen zijn dus veel logischer voor het paardenlijf dan de nieuwe (GMO) rassen.
Kortom, kwaliteit is essentieel! Alleen vitale voeding draagt positief bij. Als je granen voert, kies dan dus voor de beste kwaliteit.
Graan krijgt de schuld!
Wat ik soms zie is dat granen onterecht de schuld krijgen van allerlei gezondheidskwalen terwijl het in feite word veroorzaakt door slechte kwaliteit ruwvoer (voordroog, kuil of belabberd hooi). Het ruwvoer betreft het grootste gedeelte van het rantsoen, als dit een beetje (tot heel erg) slecht is, kan dat in de jaren dat het gevoerd word langzaam opbouwen naar een steeds grotere disbalans. Veel mensen zoeken hun heil in de bijvoeders, maar pakken te laat of niet adequaat genoeg het werkelijke probleem aan. Vaak stappen ze over naar een granenarme of suikerarme voeding en soms laat dit tijdelijk verbetering zien. Maar op ten duurt keert het probleem terug. De onbalans die gecreëerd word door slecht ruwvoer is vaak een traag proces en daardoor lijkt het geen acuut probleem waardoor er vaak geen acute keuze tot betere kwaliteit word gemaakt.
Het zelf herstellend vermogen is dan al zo ver aangetast en de balans is al zo ver weg gezakt, dat granen geen toevoeging meer zijn voor deze paarden. En handig ingespeeld door voedingsfabrikanten word er met de vinger gewezen naar de granen. Terwijl de oorzaak dus veel genuanceerder ligt.
Eind conclusie
Allereerst, top dat je tot het einde van dit artikel bent gekomen. Het is best een kluif aan info namelijk.
Als je het zo leest, dan lees je eigenlijk dat er zowel voor- als nadelen zijn aan het voeren van granen.
In mijn optiek valt en staat het bij de kwaliteit, de hoeveelheid, de te leveren arbeid en het individu of granen een toegevoegde waarde zijn of niet.
Ik ben niet van kamp wit, granen zijn onmisbaar en horen 100% in het natuurlijke dieet. Nee, ik denk dat vele paarden ook prima zonder kunnen en er is zelfs een groep paarden die beter af is zonder.
Maar ik ben zeker ook niet van kamp zwart. Granen zijn gif. Heel veel paarden hebben er wel baat bij om diverse redenen en het biedt diversiteit in het dieet.
De waarheid ligt vaak in het midden.
helder en compleet!